“Bariatrische chirurgie is de enige behandeling met bewezen langdurig effect tegen ernstige obesitas.” Dit feit kan niet genoeg worden benadrukt volgens de DSMBS (Dutch Society for Metabolic and Bariatric Surgery), belangenvertegenwoordiger van bariatrische en metabole chirurgen in Nederland. Belangrijk onderdeel daarbij is een begeleidingsprogramma van minimaal vijf jaar om te voorkomen dat de patiënt in zijn oude gedragspatronen terugvalt. De DSMBS omarmt de groeiende belangstelling voor medicatie als aanvulling op de bariatrie, maar waarschuwt voor een al te groot enthousiasme. “Terwijl chirurgie al decennialang met bewezen succes wordt toegepast, zijn de resultaten en effecten van medicatie op met name de langere termijn nog niet duidelijk. Daar zijn nog veel meer gegevens en ervaring voor nodig,” aldus het bestuur van de DSMBS.
Behandelmethodes in de obesitasbestrijding
“Het probleem van obesitas is enorm en groeit nog gestaag. Bariatrie is effectief maar kan het probleem niet alleen oplossen, dus het is goed dat er ook andere behandelmodaliteiten zijn bijgekomen, zoals gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) en medicatie. Die zijn minder ingrijpend en dus ook minder effectief. Bij ernstige obesitas, met een hoge BMI (≥35kg/m2) en ernstig nadelige gezondheidseffecten, zoals hoge bloeddruk, slaapapneu, suikerziekte en gewrichtsklachten, moet de behandeling ingrijpend zijn om voldoende resultaat te behalen. Dan kom je er niet met alleen leefstijlaanpassingen of medicijnen. We vinden echter ook niet dat iedere patiënt chirurgie moet ondergaan. Daarvoor is de capaciteit te beperkt. Omdat medicijnen nu steeds effectiever worden, kunnen we de behandeling van lichtere gevallen meer nuanceren en meer mensen helpen. Met obesitas plus de secundaire gevolgen ervan zijn zeer hoge kosten in de gezondheidszorg gemoeid, dus hoe meer behandelingen hoe beter.”
Gezamenlijke aanpak
“Alle dokters zouden de ernst van obesitas bij hun patiënten misschien sterker moeten benadrukken. Het is inmiddels sociaal geaccepteerd om te zeggen dat iemand niet moet roken of moet stoppen met het drinken van alcohol maar praten over gewicht is nog steeds taboe, terwijl obesitas minstens zo schadelijk is als roken. Daarom moeten zorgprofessionals het gezamenlijk aanpakken. Men moet weten dat de ernstige vorm van obesitas toch echt chirurgie nodig heeft. Hiermee kan een patiënt tot 35% van zijn gewicht kwijtraken, en dat lukt met alleen medicatie zeker niet. Met medicatie gaan de korte termijnresultaten richting de 15-20%, maar de lange termijn is nog onbekend. Een operatie is echter geen wondermiddel. Men kan uiteindelijk niet zonder een gezonde leefstijl. Na het rigoureuze gewichtsverlies door de operatie, moet de patiënt zelf zorgen dat het gewicht laag blijft. Dat blijft energie en inspanning kosten. Adequate begeleiding ten aanzien van de aangepaste leefstijl in de eerste jaren na de operatie is belangrijk, om patiënten te leren gemotiveerd te blijven en vol te houden.”
Operatie doorbreekt patronen
“Eén van de lastigste problemen bij obesitas is de neiging van het lichaam om na gewichtsvermindering terug te keren naar het oude gewicht. Er is een biologische/hormonale ‘thermostaat’ die nog lang op het oude gewicht blijft staan. Dat maakt dat er tot op heden geen wetenschappelijk bewijs is dat de GLI leidt tot significant en langdurig gewichtsverlies. Een operatie kan de patiënt voor een veel langere periode helpen herinneren om zich aan een gezonder leefpatroon te houden, waardoor het gewicht structureel lager blijft. Een operatie maakt daarnaast hormonale stoffen los die de thermostaat richting het nieuwe gewicht bewegen. Medicatie speelt hier op in door deze verandering na te bootsen, maar dat proces staat nog in de kinderschoenen.”
Operatie als laatste redmiddel
“Voor veel patiënten is operatie een laatste redmiddel. Ze hebben alles geprobeerd en zijn ten einde raad. Overgewicht is een ziekte, zo moet er naar worden gekeken. Patiënten moeten serieus worden genomen. Bariatrische chirurgie is de enige behandelmethode voor obesitas tot nu toe waarvan de resultaten exact worden bijgehouden en geëvalueerd door kwaliteitsregistratie DATO (Dutch Audit for Treatment of Obesity), die 12.000 operaties per jaar analyseert. We weten precies wat het effect is, ook op de langere termijn, want de eerste gastric bypass vond al in 1966 plaats! Het is een ingrijpende operatie, maar door alle ervaring zeker geen gevaarlijke operatie. Patiënten hoeven er niet tegenop te zien, want de voordelen rechtvaardigen het ongemak en het beperkte risico.”
Behandeling als totaalpakket
“Van de effecten van medicatie hebben we daarentegen vooralsnog weinig gegevens. We weten ook nog niet precies wat er gebeurt na het stoppen van de medicatie en hoe mensen het volhouden met of zonder begeleiding. De verwachtingen zijn hoog, daardoor lijken de beperkingen van medicatie tegenover de chirurgie te worden vergeten. Wij geloven in een behandeling als totaalpakket. De basis is leefstijlaanpassing, ondersteund door medicatie of een operatie. Een positieve ontwikkeling is dat DATO sinds kort ook de resultaten van medicijnbehandelingen registreert. Dat is de juiste manier van doen om medicijnen straks een volwaardige plaats in het palet van behandelingen te kunnen geven. Na diagnose kan dan meteen gemotiveerd voor medicijnen, voor een operatie of bij lichtere gevallen voor een GLI worden gekozen, of een mix. De behandeling wordt dan nog meer maatwerk, maar wel alles wetenschappelijk gefundeerd en onder professionele begeleiding.”
Voorlichting
“Het stigma van obesitas is een probleem dat we als bariatrisch chirurgen moeten bestrijden door te blijven hameren op de voordelen van operaties. De potentiële gezondheidswinst is enorm. Uit obesitas voortkomende aandoeningen, waaronder zelfs diverse kankers, harten vaatziekten en ernstige leververvetting, zijn heel serieuze en kostbare gevolgen van de ziekte, die via bariatrie vaak te verbeteren of te voorkomen zijn. Hierdoor zullen mensen na een operatie langer en in betere gezondheid kunnen leven. Met goede voorlichting over de verschillende mogelijkheden door alle dokters zouden we mensen die in aanmerking komen voor een maagoperatie gemakkelijker kunnen enthousiasmeren.”