Rendement maken met duurzaam beleggen

Duurzaamheid wordt steeds populairder onder beleggers. Volgens de AFM belegt inmiddels twintig procent van de publiek aangeboden beleggingsfondsen duurzaam, en beleggers die hun kapitaal rechtstreeks in beursgenoteerde aandelen stoppen, kiezen ook vaker voor bedrijven die milieu, mensenrechten en goed ondernemingsbestuur serieus nemen. Een interessante vraag is welke invloed duurzaamheid heeft op het rendement van een investering. De meeste analyses laten zien dat duurzaamheid het rendement stimuleert, maar er zijn ook stemmen die het omgekeerde beweren. Er zijn zelfs stemmen die beweren dat het niets uitmaakt.

 

Onduidelijke begrippen

Dat de invloed op het rendement niet duidelijk is komt niet alleen door meningsverschillen over de analyses, maar ook door onduidelijkheid over de begrippen duurzaam en rendement zelf. Rendement wordt vaak gelijkgesteld met financieel rendement, terwijl voor duurzaamheid rendement op het gebied van milieu of mensenrechten minstens zo belangrijk is. Duurzaamheid zelf is ook een vaag begrip, en kan variëren van CO2-bestrijding tot het uitsluiten van tabaksindustrie en bestrijden van kinderarbeid. Volgens Sara Heinsbroek, projectmanager sustainability & responsible investment bij de VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling), beoordeelt men duurzaamheid vooral via ESG-normen. “ESG staat voor environment, social en governance. Hoe beter een bedrijf omgaat met het milieu, met zijn werknemers, met zijn bestuur en de omgeving waar het gevestigd is, hoe hoger het scoort op de ESG-ladder. Een bedrijf dat zich niet bekommert om de ESG-normen loopt meer risico’s. Dit wordt per sector bekeken. Chemiebedrijven lopen bijvoorbeeld het risico om omgevingswater te vervuilen. Dit resulteert dan vaak in een hogere koerswaardering voor een bedrijf dat dit probeert te voorkomen. Het loopt minder kans op boetes, reputatieschade of hoge kosten voor het opruimen, en dat is goed voor het rendement.”

 

Politieke dimensies

Stemmen die tegen duurzaamheid in beleggingen pleiten, zeggen dat het enige echte doel van beleggen financiële winst moet zijn, en dat andere criteria daar alleen maar van afleiden. Volgens Heinsbroek is dat idee kortzichtig, omdat duurzaamheid die winst juist sterk kan stimuleren. “Zulke beweringen hebben vaak een politieke achtergrond, ze zijn vooral voor de bühne bedoeld.” Dat neemt niet weg dat duurzaam beleggen in het verleden vooral werd gedaan om niet-financiële redenen. Zo wilden de Amerikaanse Quakers al in de zeventiende eeuw niet in gokactiviteiten en andere verdorvenheden beleggen. Er zijn nog steeds veel ethische fondsen die immorele sectoren als tabaks-, alcohol-, en wapenindustrie uitsluiten. Het financiële rendement is daar dan ondergeschikt aan. In Europa is deze vorm van beleggen opgekomen als protest tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Het land werd op die manier financieel geboycot.

 

Milieueffecten het best meetbaar

Hoewel mensenrechten en goed ondernemingsbestuur net zo goed onder duurzaam vallen, ligt de nadruk de laatste tijd toch steeds meer op het milieu. Volgens Heinsbroek is dat niet alleen omdat de energietransitie steeds urgenter wordt, maar ook omdat de resultaten goed meetbaar zijn. “CO2-uitstoot is op de kilo nauwkeurig te meten, maar hoe goed een producent van koffie of chocola zich aan mensenrechten houdt weet het bedrijf zelf vaak niet eens.”

Dat wil niet zeggen dat over de milieucriteria alles duidelijk is. De energietransitie wordt door beleggers op twee manieren gewaardeerd. Het ene kamp bekritiseert de grote oliemaatschappijen, omdat ze hun fossiele activiteiten niet onmiddellijk willen beëindigen. Volgens directeur Mark van Baal van de activistische aandeelhouder Follow This zal “Big Oil zo lang mogelijk aan fossiele brandstoffen blijven vasthouden,” en moeten aandeelhouders daar een stokje voor steken. Het andere kamp denkt dat er chaos ontstaat als de oliebedrijven te snel moeten omschakelen, en geloven meer in een geleidelijke transitie.

 

Populariteit schept vraag

Duurzaam beleggen is intussen zo populair, dat de vraag naar beleggingsproducten het aanbod lijkt te gaan overtreffen. Dat kan hogere koersen veroorzaken. Veel bedrijven in bijvoorbeeld windmolens of waterstof zijn nog maar klein, en dan is het vechten om hun aandelen.

Dit doet denken aan de internetbubbel van eind vorige eeuw, toen de vraag ook veel groter werd dan het aanbod en de koersen daardoor ongeremd omhoog schoten, met uiteindelijk een decennium van koersdalingen als gevolg. Heinsbroek: “Het verschil is wel dat het internet indertijd een enorm positieve verwachting schiep, maar dat de energietransitie bittere noodzaak is. Er moet iets gebeuren, dus duurzame investeringen zullen blijvend worden gestimuleerd.”

 

Stimulans van overheden

Om te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van de populariteit van duurzaam beleggen, verplichten overheden dat banken en beleggingsinstellingen transparant zijn over de duurzaamheid van hun beleggingsproducten. De belegger weet dan waaraan hij toe is en kan gefundeerde keuzes maken. Beleg je in fossiele energie dan zit je binnenkort met ‘stranded assets’ waar je op lange termijn niets meer mee kan. Dat is niets nieuws, zegt Sara Heinsbroek. “Dat weet de wereld al lang. Duurzaamheidsrisico’s zijn al zo mainstream, dat verdwijnt echt niet meer. Toch zijn regelgeving en informatievoorziening nodig om tempo te maken. Net als discussies over wat er met de pensioenkapitalen moet gebeuren. Veel deelnemers vinden dat pensioenfondsen meer in de energietransitie, biodiversiteit en duurzamere voedsel- en gezondheidssystemen moeten investeren. Toegang tot medicijnen en de gezondheidszorg spelen ook een belangrijke rol in de duurzaamheidsdiscussie. Pensioenfondsen voor de medische sector, zoals SPH en SPMS, richten daar hun beleid ook op.”

Leuk artikel?

Share on Facebook
Share on Twitter
Share on Linkdin
Share on Pinterest

Laat een reactie achter

Gerelateerde Artikelen

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

En mis nooit meer een artikel.