De kwaliteit van de zorg in Nederland is van een hoog niveau. De toegankelijkheid van die zorg is de afgelopen jaren echter in het geding gekomen. Chronische personeelstekorten en de ophoping van uitgestelde zorg drukken zwaar op de toegankelijkheid van de zorg. Ondanks dat deze problemen sectorbreed zichtbaar zijn kan het groot verschil maken bij welke zorginstelling je op de wachtlijst staat.
Uit de laatste monitor van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat ziekenhuizen het moeilijk hebben om wachtlijsten te verkorten. In dat onderzoek is gekeken naar drie operaties die als gevolg van Covid-19 vaak uitgesteld zijn, te weten: heupvervanging, knievervanging en ingrepen bij staar. In de periode tussen oktober 2021 en oktober 2022 is er geen neerwaartse trend zichtbaar. NZa geeft aan de wachttijden op deze en andere behandelingen te blijven monitoren, maar de laatste trends geven weinig aanleiding voor al te veel positiviteit.
Wachtlijsten korter bij zbc’s
Een andere, niet onbelangrijke conclusie uit de monitor: de wachtlijsten bij zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) zijn over het algemeen korter dan bij ziekenhuizen. Gemiddeld wacht een patiënt 2,9 weken langer op een ingreep bij staar in het ziekenhuis. Op een nieuwe heup of knie moet men gemiddeld 8 tot respectievelijk 8,4 weken langer wachten. Deels is dat verschil te verklaren doordat ziekenhuizen vaker complexe behandelingen uitvoeren, die zelfstandige klinieken niet kunnen of niet mogen uitvoeren. Complexere behandelingen kosten meer tijd en capaciteit waarmee ze de doorstroming op een wachtlijst vertragen. Daarnaast kunnen ZBC’s niet alle patiënten aannemen, bijvoorbeeld als er een IC-bed stand-by moet staan. (zie kader ‘ASA-status verklaard’) Toch verklaart het onderscheid in patiënten en operaties het grote verschil op de wachtlijsten slechts ten dele.
De kracht van focus
Een niet te onderschatten verschil tussen de ziekenhuizen enerzijds en de ZBC’s anderzijds is de efficiëntie waarmee men te werk kan gaan. ZBC’s zijn veelal opgezet vanuit de gedachte ‘dat het anders kan’ en hebben hun bedrijfsvoering daar naar ingericht. Optimale OK-planning, slimme roostering en minder bureaucratie zijn veelgehoorde efficiëntieslagen ten behoeve van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de geleverde zorg.Daarnaast is er in veel gevallen sprake van specialisatie in een bepaald zorggebied. Meerdere ZBC’s zijn gespecialiseerd in alleen oogheelkunde of alleen hand- en polszorg, bijvoorbeeld. Die gerichte focus op een selectief aantal behandelingen zorgt niet alleen voor een hogere efficiëntie van het personeel, maar ook kan men processen en planning optimaliseren. Gevolg is dat ZBC’s efficiënter kunnen acteren dan ziekenhuizen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de wachttijd, ook de kosten en de klanttevredenheid pakken positiever uit. Klinieken worden gemiddeld met een 9,0 gewaardeerd. Daarnaast meldt het onderzoeksrapport De Kracht van Focus (Gupta Strategists i.o.v. Zelfstandige Klinieken Nederland, okt. 2022) dat de tarieven bij klinieken gemiddeld 4 tot 5% lager liggen dan voor dezelfde zorg in ziekenhuizen. Een duidelijk verschil, maar inachtnemend dat ZBC’s te maken hebben met een hogere efficiëntie en lagere kosten voor overhead en infrastructuur, lijkt dat verschil plots minder groot. De onderzoekers zien echter ook dat in de gemeten periode de tarieven bij ziekenhuizen voor de betreffende zorg zijn gedaald, en desalniettemin zijn de tarieven bij ZBC’s lager.
Eenvoudiger innoveren
Een ander niet-te-onderschatten verschil is de mogelijkheid tot innoveren binnen een ZBC. Kleinere organisaties kunnen doorgaans eenvoudiger het proces aanpassen, waardoor de zorg efficiënter kan worden georganiseerd, ondersteunend personeel doelmatiger ingedeeld kan worden en innovaties sneller omarmd worden. Met name op digitaal vlak zijn er de afgelopen jaren enorme efficiency-stappen gezet. Administratieve systemen, planning- en communicatietools zijn voor grote zorgorganisaties moeilijker te implementeren, waarmee zij ook een efficiëntieslag missen.
Personeelszaken
En dan is er nog de grote roze olifant in de behandelkamer: het zorgpersoneelstekort. Uit meerdere interviews in het rapport van Gupta en ZKN komt naar voren dat klinieken over het algemeen minder moeite hebben om personeel te vinden dan ziekenhuizen. De aangegeven redenen hiervoor laten zich raden: een goede organisatie, meer tijd voor de patiënt en een verminderde administratielast. Verbeteringen die vaak genoeg genegeerd (moeten) worden in ziekenhuizen. En die er bovendien mede voor hebben gezorgd dat het welbevinden en welzijn op de zorgwerkvloer is afgenomen, met het huidige tekort tot gevolg. De bovenstaande voordelen maken een ZBC voor een deel van het zorgpersoneel aantrekkelijk om voor te werken. Snoepen zij dat af van de ziekenhuizen, en dragen ze daardoor bij aan het personeelstekort? Het klopt dat ziekenhuizen en ZBC’s grotendeels in dezelfde vijver vissen als het gaat om personeel. Echter: bij ZBC’s werken relatief maar heel weinig mensen. Bijvoorbeeld: 480 fte aan anesthesie- en OK-personeel, tegen 6.200 fte bij ziekenhuizen. Dat is 13x zoveel. En voor verpleegkundigen is dat beeld nog sterker: er werken ongeveer 85x meer verpleegkundigen in een ziekenhuis, dan in een ZBC. Tekorten bij ziekenhuizen zijn dus niet of nauwelijks te verklaren door de aantrekkingskracht van ZBC’s.
Gestage toename
De bijdrage die ZBC’s aan de zorgsector leveren neemt jaarlijks toe, zo blijkt uit de cijfers. Sinds 2013 neemt dat aandeel jaarlijks gemiddeld met 7,5% toe. In 2021 wisten 1,1 miljoen patiënten de weg naar een ZBC te vinden. ZBC’s bieden daarmee nu al zorg aan 16% van alle patiënten in Nederland en dat aandeel lijkt voorlopig alleen maar toe te nemen. Of daarmee op korte termijn de wachtlijsten voor een nieuwe knie of heup ook ingekort zullen worden is sterk de vraag. Maar het geeft aan dat steeds meer Nederlanders op zoek durven te gaan naar een aanbieder waar ze eerder terecht kunnen. Daarnaast ligt er een uitdaging voor ziekenhuizen en klinieken om de handen nog meer ineen te slaan. Men moet elkaar niet als concurrent beschouwen, maar aanvullend op elkaar. Wellicht dat dat op lange termijn de wachtlijsten in kan perken.
Lisa Vogelpoel strateeg bij Gupta en mede-schrijver van het rapport De Kracht van Focus: “Heel vaak gaan gesprekken over beelden en vooroordelen die er bestaan over ZBC’s. Dit rapport is de eerste keer dat er gekeken wordt naar wat daarvan waar is en wat niet. Deels is ons onderzoek gebaseerd op openbaar beschikbare data, maar daarnaast hebben we van klinieken gedetailleerde data ontvangen. Die data is nog nooit eerder ingezet voor een dergelijk onderzoek.”