Lijfrentekapitaal wordt meestal opgebouwd op basis van een spaarregeling. Door de lage rekenrente heeft deze vorm van oudedagsvoorziening de laatste jaren echter weinig rendement opgeleverd. Nu de rentes weer wat zijn gaan stijgen zou dit kunnen verbeteren, maar de rentestand blijft een onzekere factor. Om niet alleen afhankelijk te zijn van de rente, heeft VRY van Fintessa een lijfrenteproduct ontwikkeld dat, naast obligaties, actief belegt in een wereldwijd gespreide effectenportefeuille, zodat voornamelijk de rendementen van aandelen het lijfrentekapitaal bepalen. Het is de vraag of de portefeuilles van VRY nog optimaal renderen nu de aandelenkoersen zijn gedaald, en of de stijgende rente tot beleidswijzigingen heeft geleid.
Meer opbrengsten van obligaties
Volgens Joop van de Groep, vermogensbeheerder bij VRY van Fintessa, hebben de rentestijgingen vooral invloed op portefeuilles die nog een beperkte tijd te gaan hebben. “De looptijd van een contract is bepalend voor het risicoprofiel. Dat is het lifecycle-principe: ongeveer zeven jaar voor de einddatum van een contract verminderen we de risico’s op de portefeuille en komen er ook obligaties in zicht. Met de huidige renteontwikkelingen wordt dat nu interessanter, omdat het rendement van obligaties, naast de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling, voornamelijk wordt bepaald door de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente. Tot voor kort waren veel renteopbrengsten nihil of zelfs negatief, zodat je armer werd als je in obligaties belegde, maar die situatie is aan het veranderen en het einde van de renteverhogingen lijkt nog niet in zicht. De Europese Centrale Bank moet tenslotte stevige maatregelen nemen om de torenhoge inflatie in te dammen.” Het blijft lastig om voorspellingen te doen want er speelt meer. Van de Groep: “De markt lijkt ook een recessie in te prijzen: de korte rente is hard aan het stijgen, maar de langere rente, over periodes van 5 tot 30 jaar, blijft vlak omdat men op termijn minder economische activiteit verwacht. We kunnen ons dus voorlopig het beste richten op obligaties met een kortere looptijd. Het zijn lastige keuzes want je kunt niet in de toekomst kijken. We voeren in elk geval een actief beleid, zodat we als het nodig is snel kunnen switchen.”
Waardevaste aandelen
In het algemeen zijn aandelen ook gevoelig voor renteontwikkelingen, maar de ene categorie meer dan de andere. De groeiaandelen, die hun waarde vooral baseren op toekomstige winsten en meestal weinig tot geen dividend uitkeren, zijn extra gevoelig voor de rente. Dit zijn met name de technologieaandelen. Daartegenover staan de waarde-aandelen, van bijvoorbeeld energiebedrijven, die minder gevoelig zijn en bovendien sterk profiteren van de gestegen olie- en gasprijs. Van de Groep: “We houden met ons beleid rekening met dit soort ontwikkelingen en switchen tussen economische sectoren. Zeker voor klanten die de einddatum van hun lijfrentecontract nog lang niet naderen, beleggen we vooral in aandelen. Die leveren op langere termijn het meeste op. We geven nu langzamerhand wat meer gewicht aan waarde-aandelen. We letten daarbij altijd sterk op spreiding en beleggen daardoor het liefst in ETF’s, aandelenmandjes die diverse sectoren vertegenwoordigen.” Het is voor klanten niet altijd te begrijpen hoe aandelen zich ontwikkelen. Waarom een groeiaandeel als ASML, een bedrijf dat uitstekende resultaten boekt, nu 25% minder waard is dan vorig jaar. Als vermogensbeheerder wil Van de Groep zijn klanten vertrouwen geven, en legt onduidelijkheden graag uit. “In dit geval is de stijgende rente oorzaak van de koersdaling. De toekomstige winsten worden bij hogere rente lager gewaardeerd. ”
Uitkering van lijfrentekapitaal
Als een lijfrente de uitkeringsfase heeft bereikt, krijgt de klant een periodieke uitkering uit het opgebouwde lijfrentekapitaal. De hoogte van die uitkering is gebaseerd op de waarde van de beleggingen op het moment van uitbetaling. Dit betekent dat in maanden van koersdalingen de uitkering lager zal zijn dan in maanden van bloei. Van de Groep relativeert dit enigszins: “Natuurlijk fluctueren de bedragen die worden uitgekeerd, maar als iemand zijn lijfrente over een periode van bijvoorbeeld twintig jaar maandelijks laat uitkeren, dan gaat het om 240 uitkeringen. Die kunnen natuurlijk niet allemaal fantastisch zijn. Als de markten weer gaan stijgen, dan gaat het restkapitaal mee omhoog en zullen de volgende uitkeringen weer hoger zijn.”
Het lijfrenteproduct van VRY leent zich overigens vooral voor mensen die ervaring hebben met beleggen. De doelgroep is aan wisselende koersen gewend, en heeft in veel gevallen zelf effectportefeuilles in bezit. Van de Groep: “Men zet de resultaten die wij genereren af tegen de resultaten van de eigen portefeuilles. De commentaren die we krijgen zijn daarom beperkt, omdat we relatief goed presteren. We hanteren een mondiale spreiding en beleggen meer in thema’s dan in individuele aandelen. Zo beleggen we onder andere in de energiesector, in technologiebedrijven, kunstmatige intelligentie, automatisering en robotica.” Veel klanten van VRY zijn bovendien ondernemers, of ondernemer geweest, en zijn gewend aan bedrijfsrisico’s. Dat maakt ze ook minder angstig voor fluctuaties in hun portefeuille. “Het zijn vooral mensen die niet van hun lijfrente-uitkering afhankelijk zijn voor hun dagelijks onderhoud. Ze beschouwen het als welkom extra inkomen.