Nieuwe technieken en goede communicatie creëren een zorgeloze schooltijd voor kinderen met diabetes

Voor kinderen met diabetes type 1 is het belangrijk dat zij een zo normaal mogelijke schooltijd hebben. Gelukkig is dit mede dankzij nieuwe technieken goed realiseerbaar. (Kinder) diabetesvepleegkundigen John Visser en Anouk Becker werken dagelijks met kinderen met type 1 diabetes. Hierbij zijn goede communicatie met ouders, juiste kennis bij leerkrachten en een pro-actieve houding van de school essentieel.

 

Er zijn in Nederland ongeveer 110.000 mensen met diabetes type 1, waaronder 18.000 kinderen tot achttien jaar. “Er groeit nu een generatie kinderen op waarbij we, mede dankzij nieuwe technieken, complicaties als oogschade en nierproblemen op latere leeftijd vrijwel helemaal kunnen voorkomen,” vertelt John Visser. John is werkzaam bij Diabeter, een behandelcentrum dat 3.300 mensen met diabetes type 1 bege-leidt. “Deze mooie toekomst is echter wel hard werken.”

 

Bloedsuiker monitoren

 

Dit harde werk wordt vooral door de patiëntjes en hun ouders gedaan, maar leerkrachten spelen hier ook een belangrijke rol bij. De grote meerderheid van kinderen met diabetes (meer dan 95 procent) volgt regulier onderwijs. “De school heeft een zorgplicht en als het goed gaat met de bloedsuikerspiegel is speciaal onderwijs vaak niet geïndiceerd,” aldus John. De bloedsuikerspiegel is waar het bij diabetes allemaal om draait: deze is idealiter altijd tussen de 4 en 10 mmol per liter. Om dit te controleren moet de bloedsuiker regelmatig gemeten worden. “Tegenwoordig wordt er met een glucosesensor gewerkt,” vertelt John.“Er zijn verschillende sensoren, bij de Flash Gluco-se Meter (FGM) kun je de bloedsuikerspiegel bijvoorbeeld aflezen door met een mobieltje of device te scannen. En je kan de bloedsuiker tegenwoordig ook continu aflezen op het display van een insulinepomp wanneer er Continu Glucose Meter (CGM) staat gekoppeld met de pomp.”

 

Insuline toedienen

 

Wanneer de bloedsuiker te hoog is (een “hyper”), kan het zijn dat er insuline toegediend moet worden. “Een hyper kan bijvoorbeeld ontstaan door tekort aan insuline, stress rond een spreekbeurt of een schoolreisje,” vertelt John. “Of de gymles gaat niet door, terwijl een kind al rekening heeft gehouden met de gym door minder insuline toe te dienen. Bij een hyper kan een kind humeurig en moe worden. Vaak krijgen ze dorst, gaan ze veel drinken en plassen, soms worden zeerg druk. Het is belangrijk om goede afspraken met ouders te maken over wat te doen bij een hyper. John: “Laat het kind sowieso altijd naar behoefte water drinken en laat het naar de wc gaan om te plassen. Daarnaast is het verstandig om met de ouders een plan te maken over het toedienen van extra insuline via de pomp of via de insulinepen. Bij de nieuwste pomp-sensor systemen gebeurt deze extra toediening al automatisch (via een hybrid closed loopsysteem.) Bel de ouders sowieso altijd bij misselijkheid of braken.”

 

Een te lage suiker

 

Wanneer de bloedsuikerspiegel te laag (<3,9) is, spreken we van een “hypo”. “Dit kan ontstaan doordat er te veel insuline is toegediend,” vertelt Anouk Becker, ook werkzaam bij Diabeter. “Het kan ook komen doordat een kind zijn boterham niet heeft gegeten (waardoor er minder koolhydraten zijn ingenomen dan verwacht en het kind dus te veel insuline heeft gehad). Of doordat een kind actiever is geweest dan normaal (bijvoorbeeld bij schoolzwemmen of een kwartiertje extra buitenspelen).” Kinderen met een hypo zijn vaak moe, ze beven soms, zijn bleek, ze zweten, de concentratie is minder en ze krijgen “spaghettibenen”, wat zorgt voor dronkemansloop. “De meeste kleine kinderen kunnen het niet goed aangeven als ze een hypo krijgen,” aldus Anouk. “Tegenwoordig kan je gelukkig op pompen en sensoren een alarm instellen dat gaat piepen bij een hypo.” Bij een hypo moeten er direct snelwerkende suikers worden gegeven. Heeft het kind een insulinepomp, dan moet bij een ernstige hypo deze gestopt worden of worden afgekoppeld. Ook voor het beleid rond hypo’s is het belangrijk goede afspraken met de ouders te maken en deze te bellen als het kind misselijk is en/of braakt.

Mede dankzij de nieuwe manieren om de bloedsuiker te meten en insuline toe te dienen, kunnen kinderen met diabetes type 1 normaal meedoen in de klas. De gymles hoeft bijvoorbeeld geen probleem te zijn. Anouk: “Het is juist goed voor kinderen om lekker te sporten. Maak ook hierbij weer goede afspraken met ouders. Als de gymles altijd in de ochtend is, kunnen ouders bij het ontbijt bijvoorbeeld al wat minder insuline geven. Beweging zorgt ervoor dat je gevoe-liger wordt voor insuline.” Ook traktaties hoeven geen probleem te zijn, kinderen met diabetes hoeven geen speciaal dieet te volgen, alleen bij drinken wordt geadviseerd om suikervrije drankjes te nuttigen. Anouk: “Een kind kan meedoen aan een traktatie als de koolhydraten worden berekend en daarvoor insuline wordt toegediend.”

Leuk artikel?

Share on Facebook
Share on Twitter
Share on Linkdin
Share on Pinterest

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Gerelateerde Artikelen

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

En mis nooit meer een artikel.