Steeds meer voor eigen rekening door veranderend zorgstelsel
Toenemende vergrijzing en een stijgend tekort aan zorgmedewerkers zorgt ervoor dat we steeds meer aanvullende zorg zelf moeten gaan inkopen. Denk daarom nu al goed na over hoe je zou willen leven en wonen als je straks hulpbehoevend bent. Zodat je zoveel mogelijk verzekerd bent van kwalitatief goede zorg in de toekomst.
De gezondheidszorg in Nederland is niet klaar voor de toekomst, waarschuwt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Door onder meer vergrijzing, een verwachte stijging van het aantal chronische zieken en een verslechterende leefstijl, zijn de zorguitgaven naar verwachting over veertig jaar verdrievoudigd. En waar nu ongeveer één op de zes à zeven Nederlanders in de zorg werkt, is dit in 2060 nog slechts één op de drie.*
HOE GA JE DE ZORG STRAKS BETALEN?
‘Als we zo doorgaan, is het onvermijdelijk dat het zorgstelsel gaat vastlopen’, concludeert Sabine Blom van Assendelft, secretaris van Aanvullende Mantelzorg Vereniging Nederland (AMVN) en oprichter van Saar aan Huis, dat aanvullende mantelzorg biedt aan ouderen. ‘De overheid kan de steeds groter wordende zorgkostenpost straks niet meer dragen en het tekort aan zorgmedewerkers wordt steeds groter. Dat betekent dat er meer en meer op de schouders van de burger zelf terechtkomt. Een ontwikkeling waar we nu al op moeten gaan voorsorteren.’ Nadenken over de vraag ‘hoe wil ik leven en wonen als ik straks hulpbehoevend ben?’ is daarom nu al belangrijk, benadrukt ze. ‘We gaan er steeds meer naartoe dat zowel het wonen als aanvullende zorgvoorzieningen grotendeels zelf geregeld moeten worden. Hoe wil je dat dit eruit ziet en hoe ga je dit betalen?’ Het maandelijks opzij zetten van een geldbedrag om hier in de toekomst in te kunnen voorzien is bijvoorbeeld aan te raden, adviseert ze. ‘Net als het met familie en kennissenkring nadenken over de toekomstige woonsituatie.’
REGIE HOUDEN OVER DE ZORG
Ook het leunen op familie en vrienden is steeds minder vanzelfsprekend aan het worden, weet Blom van Assendelft. ‘Zij helpen graag, maar wonen soms ver weg of hebben zelf een druk leven. Daarbij vinden hulpbehoevenden het ook niet altijd prettig om iedere keer om hulp te moeten vragen.’
aanvullende mantelzorg kan daarom uitkomst bieden. ‘Saar aan Huis ondersteunt ouderen thuis’, legt ze uit. ‘In hun eigen woonomgeving. Langdurig, of ter aanvulling op de reguliere zorg. Zo houdt de zorgvrager zelf de regie, en kan men op een prettige manier langer thuis blijven wonen. De mantelzorgers op hun beurt worden op deze manier ontlast, zodat zij meer tijd overhouden voor werk en privéleven.’ Mede door aanvullende (mantel)zorg neemt de druk op de zorg af, benadrukt ze. ‘Vaak gaat het namelijk ook grotendeels om meer levensvreugde. Het zelf kunnen bepalen wat je wil doen en die dingen ook weer kúnnen doen. Omdat ouderen zich beter in hun vel voelen, kunnen ze vaak weer meer en voelen ze zich vitaler.’ Uiteindelijk is het wel belangrijk dat de aanvullende zorg die je inkoopt, van goede kwaliteit is, beseft Blom van Assendelft. ‘Daarom is vorig jaar de AMVN opgericht. De vier grootste landelijke organisaties zijn al aangesloten en de komende tijd zullen meer organisaties zich moeten gaan aansluiten. Met de brancheorganisatie waarborgen we kwaliteit, betrouwbaarheid en professionaliteit van de zorgverleners die bij kwetsbare ouderen thuiskomen. Nu en in de toekomst.’ Hierbij blijft het uiteindelijk draaien om de menselijke maat, besluit ze. ‘Ik ben helemaal voor meer efficiëntie door digitalisering, maar in de zorg is juist ook die persoonlijke benadering van belang. Omdat mensen zich gezien en gehoord voelen, stijgt hun eigenwaarde en krijgen ze de controle over hun leven terug. Dit doet ontzettend veel in het gevoel van vitaliteit.’
Meer informatie over Saar aan Huis: www.saaraanhuis.nl
MIJN VADER IS IN GOEDE HANDEN
Hoe belangrijk het menselijke aspect blijft in het aanbieden van kwalitatief goede zorg, onderschrijft Nathalie Ooteman, sinds juli vorig jaar werkzaam als Saar in Arnhem. ‘Mantelzorgen gaat verder dan verzorgen. Om daadwerkelijk van betekenis te kunnen zijn, moet je kunnen aanvoelen waar de echte behoefte ligt. Soms is dat heel praktisch het uit handen nemen van de administratie, zoals ik voor een man van half veertig met ALS doe. Door hem bij het proces te betrekken houdt hij de regie, zijn nog werkende vrouw weet dat deze taak in goede handen is en hoeft hier niet meer mee bezig te zijn. Maar soms is dat ook het wegnemen van onzekerheid, zoals ik bij een dementerende dame van 92 deed. Tijdens onze lunches raakte ze af en toe de draad kwijt. Door dan een anekdote van vroeger te vertellen, haalde ik haar uit die loep van verwarring. Omdat zij altijd kon terugkijken op een fijne middag, wist haar mantelzorgende dochter ‘mama is in goede handen’. Een goede persoonlijke match en een zorgrelatie voor de lange(re) termijn, zorgen dan ook voor veel meerwaarde.’