Stabiel rendement wordt lastiger, maar hoeft niet het enige beleggingscriterium te zijn

Sparen en beleggen zijn altijd een mooie bescherming geweest voor een onzekere toekomst. Zolang je er geen beroep op hoefde te doen kon het kapitaal groeien en gaf het een gevoel van vrijheid. Je kon ermee doen wat je wilde. Het probleem nu is echter dat het weggelegde kapitaal niet meer vanzelfsprekend groeit. Het wordt steeds moeilijker om er een goed renderende investering voor te vinden die nog veilig is ook. Zijn er in 2022 eigenlijk nog stabiele beleggingsmogelijkheden met een rendement waar men wat aan overhoudt?

Geen veilige havens meer

 

Volgens Roelof Salomons, hoogleraar beleggingstheorie en vermogensbeheer aan de Rijksuniversiteit Groningen en columnist bij De Financiële Telegraaf, bestaan zulke beleggingen niet meer: “Veilige havens zijn er niet. Er zijn nog wel stabiele, weinig volatiele vermogenscategorieën en er zijn ook nog categorieën met een positief reëel rendement, maar de combinatie vindt men nergens meer. Daarvoor is de rente inmiddels te laag en de inflatie te hoog.”  Voeger gaven staatsobligaties een veilig rendement, met behoorlijke rentes bij een lage inflatie, maar stabiliteit betekent nu in absolute zin verlies. “Alleen als je risico en beweeglijkheid accepteert heb je kans op een positief rendement, met aandelen, vastgoed, grondstoffen of infrastructuur.”

 

Gevaar van bubbelvorming

 

Salomons praat niet alleen over 2022. Hij verwacht dat er misschien wel jarenlang geen vermogenscategorieën zullen zijn waarvan de verwachte rendementen die van het verleden zullen overtreffen of zelfs maar evenaren. “Wen daar maar aan.”

De boosdoener is dat de rentes inmiddels naar nul en daaronder zijn gedaald, waardoor obligaties en spaarproducten steeds minder aantrekkelijk zijn geworden en de waarderingen van andere categorieën navenant zijn opgelopen. Dat proces is al zo’n dertig jaar aan de gang. De rente is alleen maar gedaald, en de aandelenkoersen versus de winsten van bedrijven zijn steeds verder gestegen, net als de prijzen van vastgoed versus de huren. “En als waarderingen hoog zijn, dan zijn verwachte rendementen laag. Dat waarderingen oplopen kan best nog even doorgaan, maar er zit natuurlijk wel een grens aan wat de belegger bereid is te betalen. Het gevaar van bubbelvorming dient zich dan aan. Beleggen is een beloning voor het nemen van risico en nu spaarrekeningen niets meer opleveren wordt dat een gevaarlijke prikkel. Niet iedereen kan risico’s dragen, maar juist in een riskante periode als deze beseffen velen dat niet.”

 

Hoge waarderingen zijn kwetsbaar

 

Dat hoge waarderingen kwetsbaar zijn is al in de eerste maanden van dit jaar gebleken. Vooral technologie, de sector met de hoogste waardering op de beurzen, heeft al een flinke veer gelaten nu inflatie onzekerheid en paniek begint te brengen. Veel tot voor kort zeer populaire aandelen zijn al tientallen procenten in waarde gedaald, en het zou best eens even kunnen duren voordat het niveau van eind vorig jaar weer is bereikt. Volgens velen is er vooral lucht uit de koersen ontsnapt, en zijn de aandelen nu veel reëler gewaardeerd. 

Rendement relativeren met idealisme

 

Dat rendementen overal onzeker zijn geworden, geeft wel ruimte om met een andere blik naar vermogen te kijken. Beleggers hoeven niet meer alleen naar de opbrengsten te kijken, maar kunnen met hun geld ook immateriële waarde creëren en daar bevrediging uit halen. Ze kunnen de wereld, of althans een deel daarvan, iets beter helpen maken. Dan komt men al snel bij duurzaamheid uit. Volgens Hester Holtland, senior projectmanager bij de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO), geeft idealisme een extra dimensie aan beleggen, waardoor het rendement wat minder belangrijk wordt. “Beleggers bepalen op idealistische gronden waar ze hun geld in willen investeren. Overigens is het hardnekkige idee dat duurzaam beleggen een lager rendement zou opleveren achterhaald. Het rendement wordt juist gestimuleerd doordat duurzaam werkende bedrijven over het algemeen beter presteren. Rendement kan dus wel degelijk ook een argument zijn om duurzaam te beleggen.” Duurzaam beleggen kan op verschillende niveaus. Het meest betrokken is ‘impactbeleggen’: de belegger wil zoveel mogelijk invloed uitoefenen en steekt zijn geld in bedrijven of fondsen waarmee hij zich verbonden voelt. Een tegengestelde benadering is om bedrijven of sectoren waarmee men niets mee te maken wil hebben uit te sluiten. Duurzaam beleggen gaat vaak volgens de ‘ESG-normen’, die eisen stellen aan bedrijven hoe om te gaan met milieu, klimaat, werknemers, mensenrechten en het ondernemingsbestuur.

 

Een boost voor duurzaamheid

 

Duurzaam beleggen is populair geworden. Volgens Holtland is het lastig dat de term niet beschermd is. Elk beleggingsproduct mag ‘duurzaam’ heten. “Er is behoefte aan duidelijke informatie, zodat beleggers weten hoe duurzaam hun investeringen werkelijk zijn.” Gelukkig voert de EU wetgeving in. Financiële instellingen moeten sinds maart 2021 transparant zijn over de aard van hun duurzame producten. “Elke instelling wil natuurlijk als betrouwbaar naar voren komen, en scherpt daarom zijn criteria aan. Dat betekent een boost voor duurzaamheid en meer geldstromen die kant op. Een grote impact dus, die ook de koersen op kan stuwen.”

Leuk artikel?

Share on Facebook
Share on Twitter
Share on Linkdin
Share on Pinterest

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Gerelateerde Artikelen

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

En mis nooit meer een artikel.