Overlijdensrisicoverzekeringen (ORV) zijn typische ‘brengproducten’. Niemand wordt wakker met het spontane idee om eens zo’n verzekering te gaan afsluiten. Daar is actieve promotie voor nodig en die vindt veel te weinig plaats. Een passende ORV kan veel diepe ellende voorkomen, terwijl veel mensen niet eens beseffen welke risico’s ze lopen wanneer een kostwinner overlijdt of arbeidsongeschikt raakt. De kans dat zoiets gebeurt is natuurlijk klein, maar de impact is vaak enorm en het kan hele gezinnen ruïneren. Een passende ORV dekt in elk geval de materiële schade als een inkomen wegvalt, en zorgt dat de woonlasten draagbaar blijven.
“Vergelijk het met veiligheidsgordels in een auto,” zeggen Gert Jan Fritzsche, CEO van verzekeraar Scildon, en Fred de Jong, die als zelfstandig onderzoeker (samen met Björn Bierhaalder) de houding en het gedrag van consumenten betreffende hun financiële situatie heeft onderzocht. “De kans op een ongeluk is klein, maar als het gebeurt kan een gordel je leven redden. De overheid neemt haar verantwoordelijkheid, en stelt de gordels verplicht. Bij het aangaan van een hypothecair krediet is er echter geen enkele veiligheidsverplichting, met grote sociale en maatschappelijke schade als gevolg.”
Zijn Nederlandse huishoudens zo zorgeloos dat ze niet over hun risico’s nadenken?
De Jong: “Dat is het punt niet. Uit ons onderzoek blijkt dat een belangrijk deel van de gezinnen zich wel degelijk zorgen maakt over hun financiële situatie, en die zorgen worden nog versterkt door de coronacrisis. Zorgen over later, of hun kinderen nog wel kunnen studeren, of ze de zorg kunnen blijven betalen, daar ligt men wakker van. Het probleem is dat ze geen maatregelen treffen om die zorgen weg te nemen en zich er ook nauwelijks in verdiepen of om financieel advies vragen. De zorgen zijn reëel, we zien dat veel gezinnen grote risico’s lopen.”
Dat lijkt een tegenstrijdigheid…
“Men weet vaak niet wat de financiële impact is als er iets misgaat, als bijvoorbeeld de kostwinner vroegtijdig overlijdt. Men heeft een vaag gevoel dat het misschien allemaal wel meevalt. Iedereen wil natuurlijk op goede voet doorleven, maar in de praktijk kun je gigantisch in je inkomen achteruitgaan. Dat kan betekenen dat het huis moet worden verkocht of dat de overgebleven gezinsleden veel meer moeten gaan werken, of zelfs in geldnood raken. Dat risico overziet men lang niet altijd.”
Struisvogelgedrag?
Fritzsche: “Men onderschat het belang van goed financieel advies. Het is ook geen aangenaam of sexy onderwerp, men denkt liever niet na over arbeidsongeschiktheid of overlijden. Een advies om basale financiële weerbaarheid op te bouwen zou veel helpen, maar dat kost geld en dat kan natuurlijk meespelen in de terughoudendheid.
De Jong: “De tijden zijn ook veranderd. Banken stelden vroeger een ORV verplicht bij een hypotheek, maar hebben dat losgelaten. In een tijd dat je blij bent dat je überhaupt een huis kunt krijgen ligt de focus meer op de financiering daarvan, en heeft aandacht voor overlijdensrisico geen prioriteit.”
Is een ORV duur?
Fritzsche: “Dat valt erg mee: de premies zijn tegenwoordig laag en het advies is ook niet heel kostbaar, zeker niet in vergelijking met wat men rond de hypotheek zelf kwijt is. De focus moet niet zijn gericht op de kosten van een verzekering, maar op wat het de consument oplevert bij tegenslag. ORV’s zijn eenvoudige verzekeringen want er is nooit discussie over de uitkering. Het probleem is eerder dat de afsluiting er bij inschiet. Wij maken ons daar echt zorgen om. Er ontstaan mogelijk grote problemen terwijl het helemaal niet hoeft.”
De Jong: “Die zorgen zijn terecht. Uit ons onderzoek blijkt dat 48 procent van de gezinnen geen ORV heeft, onder huurders is dat zelfs 69%! 1,9 miljoen huishoudens lopen financiële risico’s bij vroegtijdig overlijden, gaan er behoorlijk op achteruit als hun partner overlijdt en komen in de knel met hun woonlasten. Per jaar is dat de realiteit voor zo’n 42.000 huishoudens. De maatschappelijke schade die dat meebrengt is zo’n 650 miljoen euro op jaarbasis, die je liever niet wilt afwentelen op de maatschappij.”
Wat ziet u als oplossing?
Fritzsche: “Het is belangrijk dat dit breder bekend wordt, en dat het om een maatschappelijk relevant issue gaat. Het besef moet doordringen dat financiële weerbaarheid eenvoudig is maar essentieel. Er zou gemakkelijker toegang moeten zijn tot financieel advies. Daar zou de overheid ook best een acterende rol in mogen spelen.”
De Jong: “Het raakt met name de kwetsbaren. Met eenvoudige hulp kun je al heel wat problemen voorkomen. Er ligt hier ook een taak voor de werkgevers want werknemers met geldzorgen zijn minder productief en lopen grotere kans op ziekteverzuim. In de arbeidsvoorwaarden zou een regelmatig gesprek met een financieel adviseur kunnen worden opgenomen, dat betaalt zichzelf beslist terug.”
Meer lezen? Ga dan naar https://www.scildon.nl/